Wetboek van Strafvordering
Artikel 552ss
1
Met het bevel wordt meegezonden een ingevuld certificaat dat is opgesteld overeenkomstig het daartoe bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde model.
2
De officier van justitie kan in het bevel vormvereisten opnemen welke de autoriteiten van de uitvoerende lidstaat bij de tenuitvoerlegging zo veel mogelijk in acht nemen.
3
Het bevel en het certificaat gaan vergezeld van een rechtshulpverzoek strekkende tot:
a
afgifte van het voorwerp waarop het bevel tot inbeslagneming betrekking heeft aan de Nederlandse autoriteiten, voorzover de inbeslagneming is bevolen met het oog op de waarheidsvinding;
b
verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer van het voorwerp waarop het bevel tot inbeslagneming betrekking heeft; of
c
ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel in verband waarmee het bevel tot inbeslagneming is uitgevaardigd.
4
Indien het indienen van een verzoek als bedoeld in het derde lid nog niet mogelijk is, verzoekt de officier van justitie de autoriteiten van de uitvoerende lidstaat de in beslag te nemen voorwerpen in bewaring te houden totdat het verzoek is ingediend en hierop is beslist, onder vermelding van het tijdstip waarop naar verwachting het verzoek zal worden ingediend.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
-
LJN AT7291, Cassatie, 00258/05 B
Rechtsoort
Straf
Datum uitspraak
05-07-2005
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Cassatie
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Hoge RaadBeklag ex art. 552p Sv. Voorbehoud terugzending stukken ex art. 552p.3 Sv. De bestreden beschikking houdt niet in dat aannemelijk is dat de rechthebbende op de inbeslaggenomen stukken van overtuiging niet in NL verblijf houdt. In verband hiermee had de rb het verlof ex art. 552p.2 Sv slechts mogen verlenen... -
LJN BA6571, Cassatie, 02837/06 B
Rechtsoort
Straf
Datum uitspraak
11-09-2007
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Cassatie
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Hoge RaadHet beroep is ingetrokken nadat de AG ttz van de HR zijn conclusie had genomen en derhalve na de aanvang van de behandeling van het beroep a.b.i. art. 453 Sv. De HR doet de zaak op het bestaande beroep af (vgl. HR LJN AH9919).